Fluent Fiction - Dutch: Tulips & Wanderlust: A Journey Back to Roots and New Beginnings
Find the full episode transcript, vocabulary words, and more:
fluentfiction.com/nl/episode/2025-07-20-22-34-02-nl
Story Transcript:
Nl: De zon kwam op boven de tulpenvelden.
En: The sun rose over the tulip fields.
Nl: De bloemen strekten zich uit zover als het oog kon zien.
En: The flowers stretched out as far as the eye could see.
Nl: Rood, geel, roze — een zee van kleuren.
En: Red, yellow, pink — a sea of colors.
Nl: De warme zomerzon maakte de lucht zoet met de geur van versgebloeide tulpen.
En: The warm summer sun made the air sweet with the scent of freshly bloomed tulips.
Nl: Dit was de plek waar Sander was opgegroeid.
En: This was the place where Sander had grown up.
Nl: Maar na zijn lange reis door verre landen voelde het nu vreemd aan.
En: But after his long journey through distant lands, it now felt strange.
Nl: Sander stapte voorzichtig over de natte aarde.
En: Sander stepped carefully over the wet earth.
Nl: Hij keek rond en zag zijn familie druk in de weer.
En: He looked around and saw his family busy at work.
Nl: Zijn moeder, Marijke, knipte tulpen met een glimlach op haar gezicht.
En: His mother, Marijke, was cutting tulips with a smile on her face.
Nl: Zijn broer, Diederik, sorteerde bloemen in bakken.
En: His brother, Diederik, was sorting flowers into bins.
Nl: Sander voelde een steek van schuld.
En: Sander felt a pang of guilt.
Nl: Deze plek had hem grootgebracht, maar hij wist niet zeker of hij hier hoorde.
En: This place had raised him, but he wasn't sure if he belonged here anymore.
Nl: Na de lunch besloot Sander tijd te besteden aan het begrijpen van zijn familie.
En: After lunch, Sander decided to spend time understanding his family.
Nl: Eerst ging hij naar zijn moeder.
En: First, he went to his mother.
Nl: "Hoe gaat het met alles, mam?"
En: "How is everything, Mom?"
Nl: vroeg hij zachtjes.
En: he asked gently.
Nl: Marijke keek op van haar werk.
En: Marijke looked up from her work.
Nl: "Het is druk, maar het is goed," zei ze.
En: "It's busy, but it's good," she said.
Nl: "Jij bent hier; dat maakt het beter."
En: "You being here makes it better."
Nl: Later ging Sander naar Diederik.
En: Later, Sander went to Diederik.
Nl: Zijn broer was stil en gefocust.
En: His brother was quiet and focused.
Nl: Sander wist dat dit gesprek belangrijk was.
En: Sander knew this conversation was important.
Nl: "Denken jullie dat ik hier moet blijven?"
En: "Do you think I should stay here?"
Nl: vroeg Sander voorzichtig.
En: Sander asked carefully.
Nl: Diederik zuchtte.
En: Diederik sighed.
Nl: "We kunnen altijd extra handen gebruiken.
En: "We can always use extra hands.
Nl: Maar wat wil jij, Sander?"
En: But what do you want, Sander?"
Nl: Zijn ogen waren serieus.
En: His eyes were serious.
Nl: Tijdens het avondeten kwam het tot een climax.
En: During dinner, it came to a climax.
Nl: Sander en Diederik ruzieden.
En: Sander and Diederik argued.
Nl: "Ik wil reizen," zei Sander.
En: "I want to travel," Sander said.
Nl: "Maar ik wil ook helpen."
En: "But I also want to help."
Nl: Diederik staarde naar zijn bord.
En: Diederik stared at his plate.
Nl: "We hebben je hier nodig.
En: "We need you here.
Nl: Maar ik begrijp je ook."
En:...